- aftellen
- {{aftellen}}{{/term}}I 〈onovergankelijk werkwoord, overgankelijk werkwoord〉1 compter♦voorbeelden:1 de dagen aftellen • compter les joursgeld aftellen • compter de l'argentaan het aftellen zijn • compter les jours avant l'accouchementhet aftellen is onderbroken • on a interrompu le compte à reboursII 〈onovergankelijk werkwoord〉1 [kinderen]réciter une comptine
Deens-Russisch woordenboek. 2015.